Abraham-Ibrahim, een geslaagd experiment

Hoe breng je, in een tijd van aanslagen en verkettering, christenen en moslims in de regio bij elkaar, zodat er een basis ontstaat voor dialoog en meer onderling respect?
Wat de christenen en het gros van de moslims in ons land verbindt is hun afschuw van geweld in naam van de islam.
Men komt elkaar tegen in de straat, op school, op het werk, in de politiek, in de media.
De kennis over elkaars cultuur en religie is veelal gering.
En echte vriendschappen over en weer komen niet zoveel voor.
Individuen en groepen leven in onze maatschappij steeds meer in een bubbel: je laat alleen informatie toe die in je bestaande beeld past. Als de islam in het nieuws komt is het meestal negatief. Volgens een organisatie als Pax (de nieuwe naam voor de christelijke vredesbewegingen IKV en Pax Christi samen) hebben kerken nog het vermogen om mensen uit hun bubbel te laten komen om de vreemde ander echt te ontmoeten.
Dat hebben we ervaren! Samen met andere kerken en met moslims die we kenden kozen we de vorm van een ontmoeting rond raakvlakken in de religieuze tradities.
In januari in Nieuwe-gein (met 75 deelnemers) rond de geboorte van Jezus in Bijbel en Koran (in januari ’18 waar-schijnlijk ook in Lopik).

In september en oktober vonden we n.a.v. het Offerfeest een raakvlak in de aartsvader Abraham: in Montfoort, Nieuwegein en IJsselstein (met respectievelijk 40, 45 en 60 deelnemers, waarvan een kwart moslim).
Een gastvrije ontvangst (in kerk of moskee) en twee inleidingen schiepen een kader, waarbinnen men elkaar vragen stelde vanuit een oprechte belangstelling.
Probeer eens vast te stellen van welke kant de volgende vragen kwamen: “Vasten jullie ook?”; “Waarom zijn er haatimams?; “Waarom dragen nonnen hoofddoeken?”; “Wat betekent de kruisdood van Jezus voor jullie?”; “Wat vinden jullie van het salafisme?”. En van welke kant kwamen de volgende uitspraken? “Jullie gebed roept een sacrale sfeer op”; “Barmhartig vind ik een moeilijk woord. Voor mij is God lief”; “Vaker bidden levert meer punten op”; “Is Jezus ook bij jullie het Woord van God?”.
In de gesprekken in de groep werd niet alleen kennis uit-gewisseld, maar kreeg je ook meer zicht op de geloofsbeléving, dus de binnenkant van gelo-ven.
Het is inspirerend om van elkaar te horen hoe het geloof helpt om prioriteiten te stellen en een groei door te maken.
Er zijn genoeg plekken in de wereld waar christenen in een islamitische omgeving worden achtergesteld of vervolgd.
Het laat de kracht van ons land en onze cultuur zien als we door de dialoog elkaar en onszelf beter leren kennen en een basis vinden om met elkaar te leven.
Hans Oldenhof